Vervolgens ging het ‘echte bouwen’ beginnen. Ik was eerlijk gezegd best zenuwachtig, want ik heb twee linkerhanden en een huis bouwen leek mij daarom een uitdaging. Toch werd mij verzekerd dat iedereen dit kan, dus vol goede moed ging ik van start! De fundering was al uitgegraven en ook de eerste laag stenen was door de professionele bouwvakkers aangebracht. Zij gaven ons eerst een uitgebreide uitleg hoe wij de komende dagen te werk zouden gaan: als je cement nodig hebt, roep je matopi. Als het gespannen lijntje boven de bakstenen omhoog moet, omdat je toe bent aan de volgende laag zeg je: chingwe mamba. En als je een troffel nodig hebt, was het codewoord: penny.
Hij toonde ons hoe je een laagje cement en voegen aanbrengt en wenste ons veel succes. Het voelde wat onwennig, maar na een paar minuten had iedereen de slag te pakken. Ik vond het best zwaar om in de volle zon met 35 graden een huis bouwen, maar het voelde echt heel bijzonder om hier te mogen zijn en letterlijk je steentje te kunnen bijdragen! Ik voelde een bepaalde adrenaline waardoor ik veel energie kreeg om door te blijven bouwen.